Fractievoorzitter D66, Alexander Pechtold: “Leiden was liefde op het eerste gezicht”

Alexander Pechtold heeft veel met Leiden. Het is de stad waar hij studeerde, woonde en werkte, maar ook zijn grote liefde ontmoette, trouwde en vader werd. De politicus verliet Leiden in 2003 om burgemeester van Wageningen te worden, maar terugkeer sluit hij zeker niet uit.”

Op de afdeling D66 van het Haagse Binnenhof heerst een vrolijke dynamiek. De partij heeft bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezing het aantal raadzetels verviervoudigd. Met de landelijke verkiezingen voor de boeg hopen ze die lijn door te trekken. D66-voorman Alexander Pechtold is er druk mee, maar de naam Leiden tovert een ontspannen glimlach op zijn gezicht. “Studeren in Leiden had voor mij iets magisch. Vanaf de middelbare school wist ik dat ik daar  zou gaan studeren. Ik zie me nog op mijn 18e jaar vanuit het station Leiden binnenlopen om me in te schrijven op Rapenburg. Het was liefde op het eerste gezicht, en dat is het altijd gebleven. Ik kom er nog vaak. Ik heb er nog steeds mijn kapper, laat er mijn horloge maken en woon er graag een concert bij. Toen ik op de avond van de verkiezingsuitslag hoorde dat we daar tien zetels hadden behaald, zei ik meteen: We gaan naar Leiden.”

Jaloers. In de 18 jaar dat Pechtold in Leiden woonde, was hij wethouder van vier verschillende portefeuilles. Hij kent de stad van binnen en buiten. De vraag wat Leiden zo bijzonder maakt, is voor hem dan ook eenvoudig te beantwoorden. “Leiden ademt aan alle kanten traditie uit. Toen ik wethouder cultuur was, merkte ik dat bestuurders van andere steden vaak jaloers waren. Je struikelt bijna over de monumenten. Er zijn alleen al vier Rijksmusea; dat hebben ze zelfs niet in Den Haag. Daarnaast is het gewoon een heerlijke stad. Toen wij er nog woonden gingen mijn vrouw en ik op zaterdagochtend vaak het centrum in. Even naar de markt, koffiedrinken, een tentoonstelling bekijken. Het is allemaal zo lekker overzichtelijk, aan de andere kant is het ook echt een stad.”

Juweeltjes. Tips voor een dagje Leiden schudt de politicus zo uit zijn mouw, al vindt hij één dag te weinig. “Je moet langer dan een dag naar Leiden. De stad heeft tegenwoordig ook prima hotels. Het leuke van Leiden is dat je voor jezelf een mooi pakket kunt samenstellen. Van tegenstellingen of zaken die elkaar aanvullen. Een stadswandeling maken onder begeleiding van een gids of zelf door de stad slenteren. Met kinderen naar Naturalis en daarna naar Molenmuseum de Valk; kinderen vinden het geweldig om die vijf verdiepingen op en af te hollen. Of een combinatie van het SieboldHuis en de Hortus. De Leidse hofjes zijn ook uniek. Of – mijn persoonlijke favoriet – het zicht vanuit de Herensteeg op de Pieterskerk. Leiden heeft veel juweeltjes die eigenlijk te weinig bekend zijn. Ook in Nederland.”

Geen bluf. Hoe komt dat? “Leidenaren zijn trots op hun stad, maar ze hebben dat nooit zo sterk uitgedragen. Ze hebben niet de bluf van Amsterdammers of Rotterdammers. Dat zie je ook terug in de hofjes; Leiden heeft er maar liefst 35. Misschien vormt de beslotenheid van die hofjes een mooie symboliek voor Leiden. Authentiek, maar enigszins introvert.  Je moet wel het lef hebben om die deur open te duwen.” De onaangetaste schoonheid van Leiden heeft volgens Pechtold ook te maken met het geldgebrek waarmee de stad in de jaren vijftig kampte. “In de periode waarin andere steden grote herstructureringen doorvoerden, was de stad te arm. In Leiden moesten ze een pand wel schilderen, er was geen geld om het af te breken. Dat is natuurlijk wel het behoud geweest.”

Bijzonder. Aan zijn tijd in Leiden koestert Alexander Pechtold veel bijzondere herinneringen. Een van de mooiste bewaart hij aan het vriesvak van de Hoogvliet supermarkt. “Daar heb ik mijn vrouw voor de eerste keer ontmoet. Ondanks de koude damp uit het vriesvak, sloeg de vonk meteen over.” Het gezin Pechtold woont sinds 2003 in Wageningen. Is er kans op een terugkeer naar Leiden? “Dat sluit ik zeker niet uit. In Leiden raak je nooit uitgekeken.”

<in kader>Drs. Alexander Pechtold (1965) is politiek leider van D66. Hij is geboren in Delft, groeide op in Emmen en Rhoon, woont in Wageningen en werkt in Den Haag. Toch voelt hij zich nog altijd zeer verbonden met Leiden; de stad waar hij kunstgeschiedenis en archeologie studeerde en tijdens zijn studie als suppoost in Stedelijk Museum de Lakenhal werkte. Leiden is ook de stad waar zijn politieke carrière begon. Voordat Pechtold in 1992 veilingmeester bij Van Stockum’s Veilingen in Den Haag werd, was hij al actief voor de D66-fractie in de Leidse gemeenteraad. Vanaf 1990 als assistent van de D66-franctie in Leiden, vanaf 1994 als lid van de gemeenteraad. In 1997 werd hij daar wethouder van Sport, Cultuur, Recreatie en Monumenten, gevolgd door de portefeuilles Grote Stedenbeleid, Onderwijs en Verkeer en Vervoer. In 2002 werd hij partijvoorzitter van D66, in 2003 burgemeester van Wageningen, in 2005 maakte hij zijn entree in de landelijke politiek. Met succes, sinds zijn aantreden als fractievoorzitter van D66 maakt de partij een enorme groei door. 

Leiden Toerist Magazine, maart 2010, opdrachtgever: Leiden Marketing, reclamebureau: Campaigns&Results, tekst: Moniek Moorman

 

En nog een interview met Alexander Pechtold over Leiden voor de congresbrochure:

Fractievoorzitter D66, Alexander Pechtold: “In Leiden raak je nooit uitgekeken” 

D66-voorman Alexander Pechtold heeft heel wat voetstappen in Leiden liggen. Het is de stad waar hij studeerde en zijn politieke loopbaan begon. Als kunstkenner en voormalig wethouder weet hij wat de stad te bieden heeft: “Je struikelt hier over de monumenten, daarnaast is Leiden ook gewoon een stad waar je lekker kunt rondslenteren.”

Het Leidengevoel. Fractievoorzitter D66 Alexander Pechtold kan er over meepraten. Hij kent de stad als student, inwoner, bestuurder, congresganger en tegenwoordig weer als bezoeker. “Ik kom er nog vaak. Ik heb er nog steeds mijn kapper, laat er mijn horloge maken en woon er graag een concert bij. Toen ik nog in Leiden woonde, ging ik op zaterdagochtend vaak met mijn vrouw het centrum in. Even naar de markt, koffiedrinken, een tentoonstelling bekijken. Het is allemaal zo overzichtelijk, aan de andere kant is het ook echt een stad. Het valt me op dat weinig mensen de stad echt kennen. Leiden is niet alleen leuk voor buitenlanders, ook voor Nederlanders is een bezoek aan Leiden de moeite waard. De stad heeft veel juweeltjes die eigenlijk nog maar door weinigen ontdekt zijn.”

Geen bluf. Hoe komt dat? “Leidenaren zijn trots op hun stad, maar ze hebben dat nooit zo sterk uitgedragen. Ze hebben niet de bluf van Amsterdammers of Rotterdammers. Dat zie je ook terug in de hofjes; Leiden heeft er maar liefst 35. Misschien vormt de beslotenheid van die hofjes een mooie symboliek voor Leiden. Authentiek, maar enigszins introvert. Je moet wel het lef hebben om die deur open te duwen.” De onaangetaste schoonheid van Leiden heeft volgens Pechtold ook te maken met het geldgebrek waarmee de stad in de jaren vijftig kampte. “In de periode waarin andere steden grote herstructureringen doorvoerden, was de stad te arm. In Leiden moesten ze een pand wel schilderen, er was geen geld om het af te breken. Dat is natuurlijk wel het behoud geweest.”

Uniek. Het SieboldHuis, de Hortus, de Leidse Hofjes, de Stadsgehoorzaal, vier Rijksmusea, met de kinderen naar Naturalis en Molenmuseum De Valk en – Pechtold’s persoonlijke favoriet – het zicht vanuit de Herensteeg op de Pieterskerk; het veelzijdige aanbod op loopafstand maakt Leiden de moeite waard. Voor toeristen, maar ook voor congresgangers. “Leiden is een unieke locatie. Zeker voor niet al te grootschalige congressen waarbij het programma ruimte biedt om tussen de bedrijven door nog iets anders te doen. Het ligt op 20 minuten van Schiphol, er zijn tegenwoordig kwalitatief goede hotels en het is er veilig. Vooral buitenlanders vinden dat een issue. Maar om Leiden te ontdekken, moet je het echt zelf zien. Ik weet nog precies hoe ik op mijn 18e jaar vanuit het station Leiden binnenliep om me in te schrijven op Rapenburg. Het was liefde op het eerste gezicht, en dat is het altijd gebleven.” Het gezin Pechtold woont sinds 2003 in Wageningen. Is er kans op terugkeer naar Leiden? “Dat sluit ik zeker niet uit. In Leiden raak je nooit uitgekeken.”

 <in kader>Drs. Alexander Pechtold (1965) is politiek leider van D66. Hij is geboren in Delft, groeide op in Emmen en Rhoon, woont in Wageningen en werkt in Den Haag. Toch voelt zich nog altijd zeer verbonden met Leiden; de stad waar hij kunstgeschiedenis en archeologie studeerde en zijn politieke carrière begon. Voordat Pechtold in 1992 veilingmeester bij Van Stockum’s Veilingen in Den Haag werd, was hij al actief voor de D66-fractie in de Leidse gemeenteraad. Vanaf 1990 als assistent van de D66-franctie in Leiden, vanaf 1994 als lid van de gemeenteraad. In 1997 werd hij daar wethouder van Sport, Cultuur, Recreatie en Monumenten, gevolgd door de portefeuilles Grote Stedenbeleid, Onderwijs en Verkeer en Vervoer. In 2002 werd hij partijvoorzitter van D66, in 2003 burgemeester van Wageningen, in 2005 maakte hij zijn entree naar de landelijke politiek. Met succes, sinds zijn aantreden als fractievoorzitter van D66 maakt de partij een enorme groei door.

Leiden Congresbrochure, maart 2010, opdrachtgever: Leiden Marketing, reclamebureau: Campaigns&Results, tekst: Moniek Moorman

%d bloggers liken dit: