Gepromoveerd op erectiestoornissen

Bert-Jan de Boer (1952) combineert een drukke huisartsenpraktijk met wetenschappelijk onderzoek naar erectiestoornissen. Hij promoveerde op het onderwerp, schrijft artikelen en geeft regelmatig colleges en lezingen in binnen- en buitenland. Zijn voornaamste doel: het bespreekbaar maken van erectieproblemen in de huisartsenpraktijk.

Huisarts De Boer maakt lange werkdagen en zelfs op vakantie gaat de laptop mee. Door al zijn werkzaamheden is hij minder in zijn huisartsenpraktijk dan hij zelf zou willen, en ook zijn patiënten staan nog wel eens gefrustreerd bij de balie Toch zou hij geen van beide willen opgeven: “Mijn wetenschappelijk werk is een bron van inspiratie voor mijn werk als huisarts, en omgekeerd. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat ik juist als huisarts andere huisartsen veel beter kan bereiken en overtuigen.”

Opmerkelijk. Toen halverwege de jaren negentig de eerste berichten over Viagra uit Amerika kwamen, waren erectieproblemen in Nederland nog nauwelijks een issue. Niet in de huisartsenpraktijk en ook niet op wetenschappelijk gebied. Er werd nauwelijks over het onderwerp gepubliceerd. Terwijl de eerste Amerikaanse onderzoeken uitwezen dat een groot aantal mannen met erectieproblemen te kampen had, leek het probleem in Nederland gewoonweg niet te bestaan. De Boer, die toen als enige huisarts tussen urologen en andere specialisten deel uitmaakte van de Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuele Disfuncties (WVSD), vond dat zo opmerkelijk dat hij besloot een onderzoeksopzet over dit verzwegen probleem te maken. In 1996 begon hij met zijn pogingen om bij de industrie geld voor zijn onderzoek los te krijgen. Twee jaar twee jaar later werd dat gehonoreerd door de firma Pfeizer die hun product Viagra ook graag in Nederland wilde aanbieden. Om zijn onafhankelijkheid te waarborgen, stelde hij strikte voorwaarden aan de samenwerking. De enige tegenprestatie was dat De Boer één artikel per jaar moest publiceren. Dat is hem ruimschoots gelukt. In 2004 promoveerde hij met zijn proefschrift ‘Erectile dysfunction in primary care’.

Lastig onderwerp. Uit zijn onderzoek bleek dat veel mannen last hebben van erectiele disfunctie, maar dat er maar weinigen mee naar de dokter gaan. Degenen die er wel mee naar de huisarts gaan, lopen gemiddeld al twee jaar met dit probleem. Dat is lang, zeker omdat hetzelfde onderzoek ook duidelijk maakt dat erectieproblemen een grote impact hebben. De Boer: “Niet alleen in bed, maar ook daarbuiten. De levenskwaliteit wordt er echt minder van. Mannen hebben gene om erover te beginnen en hopen dat de huisarts het initiatief neemt, want ze willen er toch graag mee geholpen worden. Maar veel huisartsen vinden het ook een lastig onderwerp. Ze vinden het moeilijk om er zomaar over te beginnen.  Bovendien zijn wij huisartsen vooral reactief ingesteld. We reageren op een klacht. In dit geval moeten we ons patroon doorbreken en proactief met dit probleem omgaan. Daarom heb ik nu een richtlijn voor huisartsen opgesteld bij welke patiënten het onderwerp aangekaart kan worden. Bijvoorbeeld bij mannen met chronische aandoeningen die medicijnen gebruiken en toch al regelmatig bij de dokter komen zoals diabetespatienten, mannen met een depressie, hart- en vaatslijtageverschijnselen of hoge bloeddruk. Het is dan een klein sprongetje om te zeggen dat die medicijnen invloed kunnen hebben op het seksleven en te vragen of dat bij hem ook het geval is. Je helpt daar mannen ontzettend mee.”

Misverstanden. De Boer praat snel, duidelijk en gepassioneerd. Hij onderbreekt zichzelf soms even om zich te verexcuseren voor zijn ‘vele praten’ om vervolgens weer full speed door te gaan. Anekdotes, feiten en voorbeelden wisselen elkaar in hoog tempo af. Erectieproblemen zijn een feit, de vele misverstanden over dit onderwerp ook. Ze komen ook aan de orde in zijn boek ‘Erectieproblemen, oorzaken, gevolgen, behandeling en het effect op de seksualiteit en intimiteit’ dat hij in 2003 schreef. De Boer: “Het belangrijkste misverstand is het idee dat een man altijd maar een erectie moet kunnen hebben. Sommige mannen denken zelfs dat er iets mis is als het één keer niet lukt. Dat is op zich natuurlijk een heel normaal verschijnsel, maar als iemand zich daar zorgen over maakt, kan het wel het begin zijn van een vicieuze cirkel. Een volgende keer kan dat ook belemmerend werken.”

Het tweede misverstand is te denken dat Viagra en andere erectiemiddelen als Cialis en Levitra sekspillen zijn. De Boer: “Het is onzin te denken dat je door zo’n pil fantastische seks krijgt. Als je geen zin hebt, wordt het niets. Het zijn erectiepillen en geen lustopwekkers. Maar als erectiepillen kunnen ze hun werk goed doen.” Zo heeft De Boer een keer een echtpaar in zijn praktijk gehad dat al 25 jaar geen seks had gehad. Hij schreef de man, een diabetespatient, Viagra voor en kreeg het stralende echtpaar later in zijn praktijk terug. “Het was zo mooi dokter,” had de vrouw ontroerd gezegd. Het zijn die momenten die De Boer sterken in zijn missie om erectieproblemen bespreekbaar te maken. Dat is hard nodig, want het derde grote misverstand is dat veel huisartsen denken dat het allemaal wel meevalt met de erectieproblemen. “Veel huisartsen onderschatten het probleem. In omvang, maar ook qua impact. Ik begeef me sinds enkele maanden ook op internet. Op www.erectiestoornis.nl kunnen mensen hun problemen voorleggen. Ik krijg soms nog steeds tranen in mijn ogen van de schrijnende verhalen. Er wordt nog heel wat afgetobd. En dan te bedenken dat de meeste erectieproblemen toch echt op te lossen zijn.”

Erectiestoornis of libidoprobleem? De eerste stap van een behandeling is voorlichting. Heel veel mannen zijn opgelucht te horen dat het heel normaal is als ze maar twee keer in de week seks kunnen hebben. De Boer schiet in de lach: “Gek genoeg bleek ooit uit een Engels onderzoek dat de gemiddelde seksfrequentie daar maar één keer per week is, en niet twee keer zoals in veel andere landen. Er ging toen een zucht van verlichting door alle mannen heen. Die voorlichting is heel belangrijk om de realiteit in overeenstemming te brengen met de realiteit. In die fase vallen er al een hoop ‘probleemgevallen’ af. Het is gewoon een feit dat in de loop der jaren ook het libido afneemt. Waar het met seks natuurlijk vooral omgaat is dat je het alleen maar moet doen als je het lekker vindt. Je moet je niet laten opjutten door wilde verhalen aan de bar. En ook de partners spelen daarbij een belangrijke rol. De een gaat er beter mee om dan de ander.” De Boer benadrukt dat het daarom belangrijk is om de partner bij het gesprek te betrekken, maar zegt dat het minstens zo noodzakelijk is om de man in kwestie ook een keer alleen te spreken: “Dan krijg je soms te horen dat het erectieprobleem alleen tussen de partners speelt, terwijl de man bij zijn minnares geen enkel probleem heeft. Dat is dan een ander probleem, maar in ieder geval niet iets dat je met Viagra oplost.”

Erectieproblemen zijn overigens niet het domein van oudere mannen. De Boer constateert ook problemen bij mannen onder de 35 jaar. In die groep worden die wel vaker veroorzaakt door psychische dan somatische oorzaken. Een typisch fenomeen van deze tijd zijn de erectieproblemen bij jonge mannen van rond de twintig. De Boer: “In de uitgaansgelegenheden hebben de vrouwen het nu veel meer voor het zeggen. Heel veel mannen dansen om een bepaald meisje heen en aan het eind van de avond bepaalt zij wie er mee naar huis mag. Zo’n jongen heeft dan meestal al wat gedronken en staat ook nog onder flinke druk. Nu moet hij het wel waarmaken, want hij weet dat het verhaal later in geuren en kleuren wordt verteld. En dat lukt dan vaak niet.”

Faalangst. Na de voorlichting volgt de behandeling. Als er sprake is van een fysieke oorzaak zijn de middelen die nu voorhanden zijn volgens De Boer veilig en functioneel:  “Viagra, Cialis en Levitra zijn medicijnen die nauwelijks bijwerkingen hebben. Ze werken alleen daar waar het moet werken – ze zorgen voor de toevoer van bloed naar de penis – en zijn na een paar uur weer uit het lichaam verdwenen.” De onrustbarende publicaties over de Viagra-doden betreffen volgens De Boer uitsluitend mannen met een zwakke gezondheid die al jaren geen seks hadden gehad: “Die gingen opeens als een wilde tekeer en dat werd hun fataal. Niet de Viagra. Ze waren ook bezweken als ze een stuk waren gaan hardlopen. Iemand moet natuurlijk wel de lichamelijke conditie hebben om seks te kunnen hebben.”

Voordat deze middelen op de markt verschenen was er al de injectietherapie waarbij de man een stof in de penis moet injecteren. Een effectieve methode die een gegarandeerde erectie oplevert – ongeacht de mate van opwinding – maar de toedieningsvorm is iets waar veel mannen voor terugdeinsen. De Boer: “De methode bestaat al tientallen jaren, toch zal de introductie velen nog helder voor de geest staan. De man die deze therapie bij toeval heeft ontdekt, presenteerde het op een internationaal congres door zijn broek te laten zakken, zichzelf te injecteren en zijn volle erectie aan de zaal te tonen. Die was natuurlijk onmiddellijk overtuigd. Erectieproblemen bestaan natuurlijk al zo lang als de mens. We hebben er heel wat neushoorns, tijgers en haaien voor afgeslacht. Helemaal voor niets. De meeste mannen kunnen nu gewoon geholpen worden met effectieve en veilige middelen. Maar bij elk probleem, zelfs als het een fysieke oorsprong heeft, zit een element van faalangst. Ik ken een man die een potje Viagra met een dikke laag stof op zijn nachtkastje heeft staan. Hij gebruikt het dus nooit, maar zodra hij dat potje weghaalt lukt het niet meer.”

Raar beroep. De Boer vindt het moeilijk te zeggen of het taboe rond erectiestoornissen minder wordt. Hij is niet meer objectief. Het is voor hem wel duidelijk dat  er nog veel werk te doen is. Mannen uit alle windstreken komen naar zijn praktijk in Maarssen. “Dat is het spin-off effect van een radio-interview, mijn boek of een artikel. Daarnaast ben ik vaak weg voor lezingen. Als éénoog in het land der blinden ben je al snel de expert en moet je overal een praatje houden. Maar ik moet er natuurlijk ook gewoon voor mijn eigen patiënten zijn. Mijn assistentes moeten toch vaak alle zeilen bijzetten om mijn andere werkzaamheden te combineren met een patiëntenkring die ik in 23 jaar tijd heb opgebouwd. Het kan ook alleen omdat ik een groepspraktijk werk waardoor er altijd een arts aanwezig is.”  Toch heeft hij wel eens last van schuldgevoel: “Ik voel me waarschijnlijk net als sommige werkende moeders. Door al die extra dingen kan ik er soms niet voor mijn patiënten zijn, maar ik geloof wel dat ik er een betere huisarts door ben. Ik heb een beetje wetenschappelijk leren denken en ik spreek veel vakgenoten en specialisten in binnen- en buitenland. Dat is heel inspirerend en houdt me fris en alert. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat ik zo voor andere huisartsen ook geloofwaardiger ben. Ik ben ook een collega uit de praktijk.” Zaken als lezingen, extra consulten en nascholingscursussen probeert hij zoveel mogelijk in de avonden te doen. Ook de weekends en zelfs vakantiedagen zijn behoorlijk dichtgemetseld. De Boer geeft toe dat hij een aardige workaholic is geworden. Als hij één avond niet achter zijn laptop zit, voelt hij zich al een beetje schuldig. Zijn volle werkweek heeft ook zijn weerslag op zijn privéleven en vergt veel van zijn partner en vrienden. “Maar als je weet waar je het voor doet, dan lukt het ook allemaal. Huisarts is op zich ook een raar beroep. Op de eerste dag van je loopbaan behandel je iemand voor een hoestje en na 35 jaar doe je dat nog steeds. In die zin zit er geen progressie in. Daarom vindt ik die combinatie perfect.”

Grensverleggende activiteiten. De taboesfeer rond erectieproblemen is geen typische Nederlandse aangelegenheid. Ook in veel andere landen staan mannen en huisartsen niet te trappelen om dit onderwerp aan te kaarten. Om die reden is De Boer een van de oprichters van de European Erectyle Disfunction for Primary Care[*], een internationaal huisartsengenootschap dat probeert om zoveel mogelijk aandacht voor dit onderwerp probeert te genereren. Samen met Engelse, Duitse, Franse, Italiaanse, Spaanse en Belgische collega’s laat hij zijn stem gelden op congressen in de hoop om het probleem ook elders uit de taboesfeer te halen. De laatste tijd is er gelukkig steeds meer wetenschappelijke aandacht voor het onderwerp. De Boer: “We weten steeds beter hoe de erectie werkt, maar nog lang niet alles. Er zijn allerlei stofjes in de hersenen bij betrokken. Eigenlijk vind ik het langzamerhand een wonder dat er nog zoiets als een erectie bestaat. Het onderzoek is dus nog niet klaar, maar we kunnen ook nog veel doen om huisartsen proactiever met dit probleem te laten omgaan. Ik heb het gevoel dat kennis ook een reden is dat huisartsen er niet over beginnen. Als je ergens niet voldoende vanaf weet, zal je er ook niet snel over beginnen. Daarom heb ik een toets gemaakt waarmee huisartsen hun kennis kunnen opfrissen. Er is nog veel te doen op het gebied van seksuele problemen. We willen ons ook verder gaan verdiepen in de rol van de vrouw. Maar eerst moet De Boer nog op weg naar een afspraak. Terwijl het duister de studeerkamer van zijn woonhuis in Maarssen invalt, staat hij resultaat op en pakt zijn tas en laptop. Bij het weggaan zegt hij nog: “Weet je wat het gekke is? Veel echtelieden praten over alles. Over de nieuwe auto, de aanschaf van een schemerlampje, de kinderen, hun werk, maar over seks wordt nog heel weinig gepraat. Veel mensen weten na vele jaren huwelijk nog steeds niet van elkaar wat ze nu werkelijk opwindt. Ook dat moet veranderen.”

Boekje ‘Bezielde huisartsen’, juni 2005, uitgeverij Inmerc bv Wormer, coördinatie: Els Wiegant Tekst!, tekst: Moniek Moorman

 

 

 

 

%d bloggers liken dit: