De droomhuizen van Eric Kuster

Eric Kuster is een van de hottest interieurdesigners in binnen- en buitenland. Wat is het geheim van zijn succes en wat valt er nog te dromen voor de ‘king of glamour’? Topics zocht hem op in zijn exclusieve showroomvilla in hartje Gooi.

Zodra je de voordeur van villa Kuster in Crailo (vlakbij Laren) binnengaat, stap je in de wereld van Eric Kuster. De deur wordt opengedaan door een fotomodelmooie jongen die ons hartelijk ontvangt. Binnen no time staat er designkop cappuccino op de riante salontafel en zakken we weg in weelderige kussens op een immense zwarte loungebank. “Hij komt er aan hoor,” zegt de jongen terwijl wij onze ogen uitkijken. Naar hem, maar ook naar de goudkleurige fauteuil bij het raam, de vergadertafel XXL, de metershoge vaas en het berenvel (met kop) op de grond. “Die beer was ziek hoor,” zegt Eric Kuster bij binnenkomst. “Hij is een natuurlijke dood gestorven. Anders had ik hem niet als vloerkleed willen hebben.”

Wat deed Eric Kuster voordat je dé Eric Kuster werd? “Na mijn studie marketing heb ik een paar jaar in de mode gewerkt. Daarna ben ik tien jaar lang creatief en commercieel directeur van Chivasso geweest. Een luxe merk interieurstoffen. Een fantastische baan waarin ik veel reisde en mensen ontmoette, toch wilde ik voor mezelf te beginnen. Ik wilde de internationale stijl die ik overal in hotels, hippe clubs en tijdschriften zag, vertalen naar een woonconcept. In 1999 heb ik twee winkels gekocht, in Amsterdam en Laren. In samenwerking met een Italiaanse meubelfabrikant heb ik mijn eigen collectie ontwikkeld. Dat is b.inc. interiorstuff geworden. Ik kreeg al snel aanvragen voor verbouwingen. Doen jullie ook keukens, badkamers, tuinen? Ik zei overal maar ‘ja’ op. Dat kan natuurlijk gevaarlijk zijn, maar zo ben ik begonnen.”

Hoe deed je dat dan? “Ik vind dat je moet doen waar je goed in bent. Mijn talent is dat ik een goede smaak heb en goed met mensen om kan gaan. Daarom ben ik een netwerk gaan opbouwen van bedrijven die ons konden aanvullen: keukenbouwers, tuinarchitecten, natuursteenspecialisten, etc. Wij maken het conceptueel design, door ons netwerk kunnen we grote projecten turn-key opleveren. Tot en met een gevulde koelkast en de bloemen op tafel. We hebben net twee huizen in Thailand ingericht, in een fantastisch project van 40 nieuwe villa’s. Tegen mijn klanten werd gezegd: ‘Je bent gek dat je met die Nederlanders werkt. Neem toch iemand uit Bangkok of Hong Kong.’ Onze villa’s zijn de enige die klaar zijn. De rest van het resort hangt nu aan de lijn of wij alsjeblieft ook hun huis willen doen.”

Wie zijn je opdrachtgevers?“Zakenmensen die, net als ik, zelf een bedrijf hebben opgebouwd. Ondernemers en snelle beslissers, in het vastgoed, de reclame, de mode, de auto-industrie. Ik werk ook voor bekende mensen, maar ik doe vaak veel grotere projecten voor mensen die anoniem willen blijven. Ik werk alleen voor sexy mensen, mensen met een internationale smaak die snel beslissingen kunnen nemen. Ik heb geen geduld voor mensen die eindeloos zitten te wikken en te wegen. Dan wordt het niets. Mijn eerste ontwerp is het beste. Natuurlijk wordt er altijd wel iets veranderd, maar het masterplan moet overeind blijven. En het moet klikken. Als ik dat niet voel, haak ik af. Of zij natuurlijk.”

Heb je last van de kredietcrisis? “Nee, ik ben drukker dan ooit, maar ik merk het natuurlijk wel. Veel opdrachten uit het Midden-Oosten, zoals Dubai, zijn weggevallen. Datzelfde geldt voor Rusland. We zouden een groot hotel in de Oekraïne gaan doen, dat is op hold gezet. Ik ben niet blij met de crisis, maar het is wel goed dat iedereen weer even met beide benen op de grond wordt gezet. Als ondernemer moet je nu een stapje verder zetten en nieuwe markten aanboren. Ik ben bijvoorbeeld nu in Egypte, Turkije en Marokko bezig.”

Waar staat het merk Eric Kuster voor? “Sexy, comfort, luxe en glamour. De beste omschrijving is metropolitan luxury. Dat is ook de titel van mijn boek. Dat staat voor een internationale, luxe sfeer die je in New York ziet, in Hong Kong, maar ook in Miami. Het interieur zelf is elke keer anders, dat hangt af van het huis, de locatie en het licht. Het is een misvatting dat ik overal een Versace-achtig paleis van maak met veel zwart, kroonluchters en Swarovski kristallen. Ik maak ook hele lichte, strakke interieurs. Dat is een van de redenen waarom ik Metropolitan Luxury heb uitgebracht. Daarin laat ik zien dat we hele verschillende dingen doen en helemaal niet over de top.”

Kun je uit de voeten met een budget van 30.000 euro? “Nee, daar kan ik niks mee. Hooguit twee banken voor leveren. Dat klinkt misschien arrogant, maar ik heb echt budget nodig om mijn ding te kunnen doen en kwaliteit te leveren. Ik heb geen goedkope producenten of leveranciers in mijn netwerk. Er zijn genoeg bedrijven die dat wel hebben. Ik krijg via Hyves vaak berichtjes van mensen die schrijven: ‘Ik kan je helaas niet betalen, maar als ik ooit geld heb, mag je mijn huis komen doen.’ Dat vind ik leuk.”

Heb je nog tips voor mensen met een bescheiden budget? “Statements durven maken. Ook als je klein woont. Liever één grote bank, dan twee kleine. Een hele grote vaas met takken erin. Een zwarte vloer in plaats van altijd maar weer die lichte, eiken vloer. Een donkere ruimte moet je donker laten, een lichte ruimte licht. Als je een donkere kamer wit gaat schilderen, versterk je het grauwe Noorderlicht. Met donkere meubels en gedekte tinten, creëer je een intieme, warme sfeer. Je kunt elke ruimte mooi maken. Ook als je weinig geld hebt. Ik ben gek op hotelkamers, die zijn meestal ook niet zo groot. Met geurkaarsen, dikke handdoeken en mooie kussens kun je ook een hele luxe sfeer creëren.”

Hoe kom je aan inspiratie? “Ik heb altijd veel gereisd en de meest fantastische hotels, resorts, huizen en clubs gezien. Dat inspireert. Daardoor heb ik ook ontdekt dat de binnenhuisarchitectuur in Nederland nog in de kinderschoentjes staan. Er zijn wel een paar Nederlanders goed bezig: Marcel Wanders en Piet Boon timmeren internationaal aan de weg, net als een paar hele goede Nederlandse architecten. Verder bekijk ik veel videoclips en tijdschriften. Ik lees nooit, maar ik sla alle plaatjes op. Dat komt er uit op het moment dat ik een ontwerp ga starten.”

Was je als kind al creatief? “Totaal niet. Ik was geen kind dat tekende, knutselde of met kleur bezig was. Ik wilde autocoureur worden. Pas toen ik vijftien was begon ik antiek- en vlooienmarkten te bezoeken. Dan pikte ik er de leuke spullen uit. Dat deed ik achteraf gezien wel goed, maar verder ging het niet. Ik heb een marketingopleiding gevolgd en ik kan nog steeds niet tekenen.”

Hoe woon je eigenlijk zelf? Lachend: “In een appartement van 90 m2 in Amsterdam. Het is nauwelijks ingericht. Eigenlijk is het een soort walking closet. In de keuken staan mijn schoenen, op het aanrecht liggen mijn truien en in de woonkamer staan alleen maar rekken met kleding. Ik heb maar één meubel: een bed. Maar ja, ik woon er al tien jaar en ik ben nog nooit een avond thuis geweest. Ik zou net zo goed in hotels kunnen wonen. Als het maar mooie hotels zijn. Ik wil alles mooi en sexy hebben. Ook de mensen waarmee ik werk. Ik neem ze gewoon op uiterlijk aan. Ze moeten natuurlijk wel wat kunnen, maar het is een misvatting dat mooie mensen dom zijn.”

<in kader>Eric Kuster (1966) maakte naam met de inrichting van clubs als Jimmy Woo en Suzy Wong en huizen van bekende Nederlanders als Linda de Mol, Gordon, Inge de Bruijn, Ronald Koeman, de Gullits en de Frogers. Ondertussen doet hij in het buitenland nog veel grotere projecten en verschijnen er wereldwijd steeds meer showrooms met zijn eigen meubellijn B.Inc Interiorstuff.

Kredietcrisis of niet; de opmars van Eric Kuster lijkt niet meer te stuiten. Met zijn uitbundige luxueuze en internationale stijl is hij de lieveling van the rich & famous. Hij doet villa’s, kantoorpanden, hotels, nachtclubs, voetbalstadions, privé-jachten en privé-jets ‘all over the world’: Amsterdam, Barcelona, Bangkok, Dubai, Ibiza, Miami, Moskou, New York en in landen als België, Egypte, Kazachstan, Marokko, Thailand en Turkije.

<in kader>De dromen van Eric Kuster

  • Droomreis: “Naar Sint Bart, een eilandje in de Cariben. En Las Vegas bezoeken, daar ben ik schandalig genoeg nog nooit geweest.”
  • Droomstad: “Istanboel. Als ik morgen uit Amsterdam weg zou moeten, zou ik in Istanboel gaan wonen.”
  • Droomhuis: “Ik hou van heel veel soorten huizen. Maar ik wil ooit nog wel een strakke kubistische villa tegen een bergwand, met grote ramen en uitzicht op zee. Of een penthouse in een grote stad.”
  • Droomboek: “Mijn eigen boek Metropolitan Luxury. Er staan alleen maar foto’s en statements in. Meer hoeft wat mij betreft niet, de uitgever heeft er nog een interview met mij in geplaatst. Maar wie gaat dat nou lezen?”
  • Dreamteam: Eric Kuster en Tom Ford. Hij is een grote inspiratiebron voor mij. Hij doet eigenlijk hetzelfde als ik, hij gooit overal een sexy sausje overheen. Bij Gucci heeft hij dat ook meesterlijk gedaan.”
  • Vervulde droom: Tot nu toe zijn al mijn dromen uitgekomen. Deze villa is zo’n droom, en het werk dat ik doe. Ik heb een waanzinnig leuk vak.”
  • Stoutste droom: “Een meubel ontwerpen dat ooit nog een keer in een museum komt te staan. Juist omdat ik geen geschoold ontwerper ben, lijkt me dat geweldig.”

Topics, juni 2009, magazine StarJob, reclamebureau Campaigns&Results, foto: Bastiaan van Musscher, tekst: Moniek Moorman

%d bloggers liken dit: